Mijn naam is Ronald Mauer, in het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Nieuw-West portefeuillehouder van onder meer voor Sport, Onderwijs en Homo-emancipatie. Wij hebben een actieplan ‘homo-emancipatie, vooral voor hen die daar moeite mee hebben’, getiteld ‘Jezelf kunnen zijn in Nieuw-West’.

Van harte welkom op Gay Sportcafé Nieuw-West, hier in het prachtige Sloterparkbad, een van de twee topbaden in Nederland, domein van die prachtige gespierde topzwemmers en topzwemsters en van de omni-vereniging de Dolfijn, met zwemmen, schoonspringen, synchroonzwemmen, waterpolo enz. Dank aan gastheer Marco van Leeuwen van Optisport, exploitant van dit bad, en Jack Vork van de Dolfijn.
U hebt ‘weer en afstand’ overwonnen en bent met fiets, auto, tram, diligence of postkoets naar het Verre Westen getogen. Waardering daarvoor, en terecht dat u er bent, want we hebben naast de gezellige borrel, een mooi programma onder de titel ‘Jong, gay en sportief in Nieuw-West’. Jong, gay en sportief zijn in Nieuw-West is geen pretje. Of is het net zo leuk, spannend, lastig en knellend als overal elders? Of weten we het niet? Daar gaat het vanavond over.

Het Gay Sportcafé heeft altijd een column en een opening, ik doe beide een beetje tegelijkertijd. Ik had eigenlijk het idee opgevat om er een wervelende avond van te maken met veel sport en spel waarbij natuurlijk de winnaars, maar ook alle deelnemers in het zonnetje gezet. Want, dames en heren, het draait om het spel en niet om de ballen.
Mijn plan was twee teams te maken met in elk team minstens één homo – die zijn vanzelfsprekend incognito, anders hebben we geen wedstrijd element en is er geen bal aan. De kunst is erachter te komen wie het zijn. Het team dat het eerste de echte homo eruit heeft gepikt is de winnaar.
Het idee is eigenlijk een combinatie van ‘Wie is de mol?’ en van het van oorsprong Amerikaanse tv-programma ‘Herken de homo’ maar dat had u natuurlijk allang begrepen. Maar laten we wel wezen het concept is tijdloos. En in alle varianten bruikbaar, want ik denk dat de variant hier had moeten zijn, ‘Wie is de echte hetero?’.

Zo moet het ongeveer voelen voor de homo’s, de lesbiennes op het veld, op de baan, op de mat, aan de ringen. Als ze erachter komen dat ik ‘het’ ben dan heb ik niet alleen verloren, dan ben ik verloren. Of niet…?
Mijn idee was vanzelfsprekend puur ter illustratie. Maar het kenmerkt de sportwereld: je sport met elkaar, vormt samen teams, maakt trainingsuren, je deelt de teleurstelling of je behaalt de overwinning. Maar voor de gay sporters is er nog een andere prijzenkast, de kast waar ze vaak niet uit willen. Of wel willen, maar niet kunnen. Of wel willen, maar niet mogen van zichzelf.
En wat me opvalt in alle Gay Sportcafés – dat is een rode draad door alle cafés en vrijwel alle sporten – dat er zo’n enorme lading zit in het vertellen dat je gay bent en dat in vrijwel alle keren de reacties positief of op z’n minst ‘neutraal’ zijn.
En het gekke of gelukkige is dat in het overgrote deel van de keren dat sporters uit de kast komen de reactie is: ‘o, dat wisten we al lang’, of ‘o, dat is toch niet erg?’ (dodelijk overigens), of ‘had dat eerder gezegd’, of: ‘leuk, wanneer neem je hem (of haar) een keer mee?’. Misschien dat er daarna in de kleedkamer iets schichtiger wordt gedaan, komt voor: ik heb vroeger ook bij Splash getraind.

Welkom in Nieuw-West, het grootste stadsdeel van Amsterdam, met meer dan 140.000 inwoners en met 161 nationaliteiten en 146 sportclubs. Welkom in het stadsdeel waar ik in een paar weken tijd drie keer uitgescholden wordt voor vieze homo. Waar Marokkaanse jongens met opgeschoren koppies en over-assertieve blik zeggen: ‘homo’s zijn gek man, met die kale koppen, en ze kijken eng’. Het stadsdeel waar afgelopen maandag betrokken vaders, ouders spraken over de kwaliteit van scholen en leerkrachten, en ouderbetrokkenheid. Waar enkele ouders toen het over seksualiteit ging, boos waren omdat op school het tv-programma Klokhuis was vertoond met een bloot poppetje en waar ze helemaal emotioneel werden toen het over homoseksualiteit ging: hun kinderen konden niet homo of lesbisch zijn, dat bestond niet.
Wat is dat toch? Is het dat religieus en cultureel bepaalde tegennatuurlijke? Is het niet macho, is het groepsgedrag, is het angst om het zelf te zijn? Maar goed, ook mijn moeder, die vandaag 99 zou zijn geworden, verbood mij om te gaan met een transseksuele vriend, nu vriendin. En ik was toen toch al 53. Maar ik dwaal af.

Nieuw-West is ook het stadsdeel van Pink Nieuw-West, de maandelijkse homo-borrel, het stadsdeel dat meedoet aan de Gay Pride Walk, het stadsdeel waar de films ‘I’m gay and muslim’ en ‘de Beslissing’ al vele keren zijn vertoond, met discussie met Marokkaanse jongens en vaders, het stadsdeel met de grootste en bekendste cruisingzone van Europa, en het stadsdeel met een lesbisch meidenteam bij voetbalclub DCG, en waar op sportscholen Marokkaanse macho’s en homo-macho’s wel samen trainen.

Welkom dus in Nieuw-West in een notendop. Je kunt het qua sport zo gek niet bedenken of we hebben het in Nieuw-West. Squash, golf, footy, schoonspringen, handboogschieten (zelfs te paard), rugby, honkbal, 17 vechtsporten natuurlijk, 20 voetbalclubs, cricket en de hondenclub. Ze hebben hier allemaal een plek. Clubs die meer of minder betrokken zijn bij en hun steentje bijdragen aan de maatschappij en aan de jeugd van Nieuw-West.
Met deze clubs willen we homo-emancipatie daadwerkelijk een plek geven in het clubgebeuren. Dat gaat niet vanzelfsprekend en dat snap ik ook. Voor de club zijn er veel maatschappelijke thema’s die om aandacht vragen. Allereerst de sores om je club een beetje draaiende te houden. De contributie innen, de schreeuwende ouders langs de lijn in toom houden en zorgen voor een gezond sportklimaat. Met als belangrijkste het voorkomen van discriminatie. Ik sprak al over 161 verschillende nationaliteiten en religieuze achtergronden. Wederzijdse discriminatie speelt in Nieuw-West en dus ook op het sportveld. En dat valt niet mee voor de jongens en meisjes die uit de kast willen komen. Cultuur en religie kan soms helpen, maar kan ook een extra hobbel zijn.

En ik heb het vandaag makkelijk: ik speel hier een thuiswedstrijd. De andere teamgenoten op dit onderwerp stel ik graag aan u voor. Allereerst onze gastheer van vandaag het Sloterparkbad, Marco van Leeuwen. Dan onze sterspelers, de directeur van de sportonderwijs van de HvA, Jacomine Ravensbergen en sidekick directeur van het Calvijn met Junior college Jolanda Hogenwind, in 2014 winnaar van de sportpenning van de gemeente Amsterdam. Verder de voorzitter van Xenios Titia Frijlink en vertrouwenscontactpersoon van de club Chris Petrus, Jack Vork van Zwemvereniging de Dolfijn en van DCG Peter Gerekink.

Dit zijn ook onze voorhoedespelers. Het zijn ook belangrijke partners om homo-emancipatie daadwerkelijk onder de aandacht te brengen bij de clubs in het sportonderwijs en bij sportactiviteiten op school. Dat kan alleen als we niet solistisch te werk gaan. We moeten op meer fronten tegelijk aan de slag! De trainers van de toekomst worden nu opgeleid en worden trainers bij de sportclubs. De sportclubs zijn veelal in hun eigen bestuur en eigen organisatie nog helemaal niet bezig geweest met het thema homo-emancipatie. Ook daar is nog een slag te maken.

Ik ga het spelletje ‘Herken de hetero’ niet doen, het is geen tijd voor spelletjes in eigen kring. Deze borrel is alleen nuttig als we daarna de discussie voeren en de strijd voeren. We moeten de strijd voeren en de wedstrijd winnen. Het is geen 100 meter sprint, het is tennis, cricket, lange-afstandszwemmen, marathon, een wedstrijd van lange adem.

Vanzelfsprekend strijden we voor de homo- emancipatie in de sport. Het stadsdeel is proactief met het op de kaart zetten van homo-emancipatie, met ‘jezelf kunnen zijn in nieuw-West’. Het kan en het moet soms met de nodige symboliek: een bescheiden, alternatieve ‘canalparade’ en het maandelijks gaycafé Pink Nieuw-West. Ik laat het regenboogzebrapad even buiten beschouwing. Maar het is weinig zinvol om het Frans Ottenstadion om te dopen in Frans Pottenstadion en het Sloterparkbad in Sloterpikbad en ik verwacht ook weinig van een Turks Travestieten festival en een Mocro Homo Mania.

Het gaat erom wat clubs, trainers en gymleraren doen, maar ook waar lopen ze tegenaan. Ik hoor het graag. Er is de opleiding voor het gymonderwijs, er zijn de opleidingen voor trainers. Wat wordt daar gedaan aan lhbt-acceptatie? Ik hoor het graag. Er zijn de combinatiefunctionarissen die clubs kunnen helpen het onderwerp op de juiste manier bespreekbaar te maken binnen teams. Johan Kraaijkamp is een van de combinatiefunctionarissen die op het gebied van de lhbt-acceptatie is onderricht. En er is de John Blankenstein Foundation (JBF) en de Gay Union Through Sports (GUTS)die clubs kunnen ondersteunen.
Dit is het oefenveldje waar we ons nu warmlopen. En we spelen een paar keer per jaar een oefenwedstrijdje bij het Gay Sportcafé. Allemaal ter voorbereiding op de echte wedstrijd. Het echte ‘spel’ wordt daar buiten gespeeld bij de clubs van Nieuw-West en er zijn veel clubs die spelen op ‘hoog niveau’ (of anders: ‘eredivisie’). Dus daar is veel winst te behalen. Ik richt mij op de volgende generatie. De jeugd heeft de toekomst en daar maken we graag gebruik van. Wij zijn eigenlijk het seniorenteam. Ervaren en een tikje stram. Wij spelen het spel anders. Ik wil die jongeren bereiken die met hun poten in de klei staan, die invloed hebben op andere jongeren, die teamplayers zijn en die de taal snappen en begrijpen wat er nodig is om de acceptatie te vergroten.
Binnen een veilig sportklimaat zoeken we de partners in onze omgeving om vanuit verschillende kanten homo-emancipatie een boost te geven. Stimuleren en grenzen stellen, dat is mijn devies. Daarom stel ik tenslotte voor dat er een keurmerk veilig sportklimaat komt: het ‘Welkom’-keurmerk, ‘hier is iedereen, jong en oud, allochtoon en autochtoon, hetero en homo welkom’.
Ronald Mauer

Deze tekst is als columnn uitgesproken tijdens het Gay Sportcafé van 17 september 2015