Gay Sportcafé een plek om te omarmen

Terwijl tv-presentator Sipke Jan Bousema met autopech op de linker rijbaan van de A2 staat te smachten naar de mannen van de Wegenwacht, gaat het eerste Gay Sportcafé (GSC) van het nieuwe jaar zonder hem van start. Stand-in Wilfred van Buuren zet nog eens uiteen wat de intentie van het GSC is: bruggen bouwen tussen sporters, bestuurders, organisatoren, geïnteresseerden, homo en hetero met het doel een plezierig sportklimaat voor iedereen dichterbij te brengen.

Stadsdeelbestuurder Thijs Reuten (PvdA), in stadsdeel Amsterdam-Oost verantwoordelijk voor de portefeuille sport en diversiteit, geeft als eerste spreker aan dat zijn bestuurscommissie veel werk maakt van een veilig sportklimaat. “We investeren veel. We hebben acht vertrouwenspersonen aangesteld. We hebben projecten op basisscholen waar we een veilig sportklimaat in een breder kader plaatsen. Uitsluiting komt veel breder voor. We moeten plezier kunnen hebben zonder te kijken naar wat ons onderscheidt maar naar wat ons bindt.” Reuten wijst op het initiatief ‘Alle kleuren Oost’ dat op brede basis in samenwerking met scholen en verenigingen iets wil doen tegen uitsluiting. “Het doel is dat we hier niet meer hoeven te praten over wat er nog gedaan moet worden.”

Inmiddels is Sipke Jan Bousema met de hulp van Rijkswaterstaat, de Wegenwacht en een liefhebbende partner GSC-locatie Casa 400 binnengeloodst. De ontberingen op de snelweg zijn hem niet aan te zien. Hij valt meteen met de deur in huis met de opmerking dat ‘de staat van zijn’ van een mens heel belangrijk is. Op het moment dat de presentator/producent/acteur lekker in zijn vel zit, durft hij tegen die mooie jongen op de ‘sportschool-met-veel-testosteron’ wel te zeggen dat-ie een lekker lijf heeft.

De boomlange basketballer Gijs Geerders vertelt aan Bousema dat zijn sport veel deuren voor hem heeft geopend: een studiebeurs in Amerika, studeren/sporten op drie verschillende universiteiten, na terugkeer profclubs in Nederland, België en Oostenrijk. “De sport gaf mij zelfvertrouwen.” Toch was dat geen reden om tijdens zijn carrière uit de kast te komen. “Ik was niet zeker over mijn eigen seksualiteit en wilde er niet mee bezig zijn. Ik wilde de confrontatie niet aan. Basketbal was een makkelijke afleiding,” aldus Geerders, die pas uit de kast kwam na zijn profcarrière en nu nog af en toe een toernooi speelt met het homobasketballteam van de London Cruisers. “Ik had al wel een paar mensen in vertrouwen genomen, maar in elk nieuw team waar je in terecht komt, zitten ook altijd klootzakken. Je moet het doen met wie er in de kleedkamer zitten.” De basketballer merkt nu hoe fijn het is om jezelf te zijn. “Dat heb ik wel gemist. Ik wilde mijn eigen geluk niet inleveren om wat iemand anders vindt. Ik was heel erg bezig belangen af te wegen.” Hij is blij met de coming-out van veel topsporters in de Verenigde Staten en hoopt op een sneeuwbaleffect: ‘de hek-van-de-dam-theorie’.

Wetenschapper Agnes Elling, verbonden aan het Utrechtse Mulierinstituut, mitrailleert een column op het publiek af, waarin zij haar twijfels uit over de resultaten van een Motivaction-onderzoek in opdracht van NOC*NSF waar de Alliantie Gelijkspelen in haar communicatie regelmatig naar verwijst. Uit dat onderzoek komt naar voren dat zeven op de tien mannen geïnteresseerd zouden zijn in deelname aan een teamsport en dat er vooral sprake zou zijn van gepercipieerd homonegatief gedrag, maar dat die angst niet reëel zou zijn. Staccato vuurt Elling haar tegenargumenten af. Die komen er in het kort op neer dat er niet zozeer sprake is van homonegatief gedrag als wel van gendernormatief gedrag: een homo mag wel homo zijn als-ie maar geen nicht is, een lesbo mag lesbisch zijn zolang zij maar geen pot is. Het brengt haar uiteindelijk tot de hartenkreet: Red de voetbalpot!

Hardloper Rens Dekkers, goed voor 16 marathons en sinds begin dit jaar ambassadeur voor GUTS, vindt zichzelf geen groot atleet (‘ik was bereid hard te trainen’). Om niet bezig te hoeven zijn met zijn coming-out was de topsport een mooi excuus: “Ik hoefde niet de kroeg in of achter de meiden aan: ik moest tenslotte trainen…”. Op trainingsstage in 2005 met 15 andere atleten kwamen de muren op een gegeven moment op hem af. Met een smoes ging hij de bergen in. ‘Ik ga even boodschappen doen.’ Toen hij vervolgens een volle dag wegbleef, had hij iets uit te leggen. ‘Ik val op mannen,’ was zijn verklaring. Dat voelde goed en er werd goed op gereageerd. “Vanaf dat moment werd het sporten veel prettiger. Een half jaar later liep ik mijn eerste marathon.” In het tweede deel van zijn carrière werd Dekkers in 2010 derde Nederlander op de marathon van Rotterdam en verdiende daarmee de uitzending naar de Europese Kampioenschappen in Barcelona dat jaar. Eind vorig jaar is Dekkers gestopt met topsport: “Ik had het gevoel: het gaat niet meer beter worden.” Als GUTS-ambassadeur wil Dekkers zich inzetten voor een veilig sportklimaat voor iedereen. Zijn focus blijft liggen op de atletiek. Bij de Europese Kampioenschappen atletiek in Amsterdam in 2016 wil hij proberen de acceptatie van lhbt’ers in zijn sport onder de aandacht te brengen.

Ramses Shaffy-vertolker Tom de Jong sluit het formele deel van het GSC af met een heuse Gay Sportcafé-herkenningstune (op de muziek van Shaffy’s ‘Het is stil in Amsterdam’):

Een plek om te omarmen

Om roze te zijn en stoer

En ons sporthart te verwarmen (…)

Hier in het Gay Gay Sportcafé

Het Gay Gay Sportcafé

Hans Perrée